In het raadsvoorstel wat nu voorligt, betreft de administratieve handeling om de grondexploitaties op te splitsen. Tijdens de ingespreksavond waren er heel wat vragen, o.a. over de cijfers die niet overeen kwamen met de jaarrekening 2020, maar ook over de hoogte van verliesvoorziening en hoe het komt dat de ontwikkeling van Vorst zo’n groot tekort op heeft geleverd, terwijl de grondprijzen gestegen zijn. Vooral dit laatste is een punt, waarover we als gemeente echt de lessons learned uit moeten halen. VVD heeft in alle bijeenkomsten over de kerntakendiscussie, telkens benadrukt dat Boxtel in totaal bijna 10 miljoen (!) aan verliesvoorzieningen op gronden heeft; het college zou het als opdracht moeten zijn om zoveel mogelijk van dit verlies te beperken. En daar echt zijn uiterste best voor moeten doen. Dat is een echte kerntaak om het zo te zeggen. De huidige gegeven bandbreedte van de verkoopprijs van de kavels lijken ons wel marktconforme tarieven vergeleken met onze omgeving.
Nog hele andere vraag aan de wethouder: In het raadsvoorstel staat: “samen met de Rabobank onderzoeken of en hoe we de gronden van de Rabobank mee kunnen nemen in de ontwikkeling van Vorst B”. Bedoelt de wethouder hier dat Rabobank gronden als greentech ontwikkeld kunnen worden, of wordt ergens anders op gedoeld? Wij zouden de wethouder willen vragen om daar mogelijk wat over te kunnen toelichten, uiteraard is dit nog in onderzoek, maar zijn heel benieuwd naar zijn visie/ideeën hierbij.